LESTER: Voetbal.

Lester is een man van de wereld. Een boomer met hoge verwachtingen. En hoewel ze soms niet ingelost worden, blijft hij dromen. Zijn recente afwijzing als columnist bij Dag Allemaal viel hem zwaar. Bij Kontent Magazine vertelt hij zijn zielenroersel en laat hij zijn lief en leed de vrije teugel. Want iemand moet het hart onder de riem steken. 

VOETBAL.  Zeven letters die de wereld op hun kop zetten. Voor Lester een raadsel, maar voor zovelen het hart van hun zijn. Menig man zou hun leven geven voor hun favoriete club. Nooit gesnapt, maar het EK, dat is andere Emotionele Koek. Als er iets culturen, religies, achtergronden, ouders, kinderen, opa’s, oma’s, snobs, marginalen en hooligans verenigt, dan is het wel voetbal. Een ongesproken code van samenzijn, patriottisme en feel-good. Gebundeld in een vierwekelijkse marathon van juichen, supporteren, drinken, kippenvel en vriendschap. De welgestelde zakenman die zijn Tesla even aan de kant schuift en de meest schunnige zaken roept, zijn longen uitschreeuwt en supportert alsof zijn leven ervan afhangt. En dan Jan met de pet, die net zijn Primark kortingsbonnen opgesoupeerd heeft en de laatste Lukaku-pet voor zoonlief op de kop heeft getikt, in alle rust de spelregels uitlegt en met een vol hart kijkt naar zijn aanstormend talentje. Gelukkig, want hij volgt vaderlief blindelings. En zo hoort het. Voetbal, het enige medium waar achtergrond écht op de achtergrond belandt. Het verenigt ons. Het verenigt de wereld. Waarom? Niemand zal het ooit weten. Niemand hoeft het te weten. 

Iedereen gelijk. Brullend alsof we alle normen en waarden thuis bij moeder achtergelaten hebben. Onbewust op weg naar een kater die alleen maar goed kan aanvoelen.

We zijn allemaal plots trotse Belg. De BBQ staat roodgloeiend en papa draait nog vlug, trots de chateaubriand om, zonder de driekleur schort vuil te maken. Want dat zijn wij. Belgen. Gemaakt uit 90% procent voetbal en 10% procent halfgaar vlees. Smijt er het occasionele ribbeke nog op en meer is er niet nodig. Alle rijkdom en armoede verdwijnt en wordt vakkundig naar de reservebank verhuisd. Tous ensemble. We roepen het, terwijl we het Frans verafschuwen. Verstand op nul, waar het hoort. We worden beesten. De echte venten, vrouwen, panseksuelen en de rest van alle persona’s. Iedereen gelijk. Brullend alsof we alle normen en waarden thuis bij moeder achtergelaten hebben. Onbewust op weg naar een kater, die alleen maar goed kan aanvoelen. België is geen wielerland. België is een voetballand. We zijn dociel, rustig, timide, preuts en volgzaam, behalve tijdens het EK. En ja, ik draai ook graag mijn merguezworstjes om tijdens de time. Want o wee als ik nog maar een assist van De Bruyne mis. Belg-zijn begint bij voetbal. En net als de bal heeft het zijn donkere en witte zijden. Hooliganisme, fanatiekheid en obsessie van een ploeg. Ik zal het nooit verstaan. De bromance teelt wierig in de spionkop, tot tranen toe. En dat is mooi. Zo’n toewijding is uniek. God zelf krabt zich in de haren en snapt tot vandaag niet hoe zo’n favoritisme kan ontstaan. Zonder reclame, zonder sponsorship. Want dat is alleen voor de boekskes en op tv. Het heeft geen effect op de supporters. Die zijn te druk bezig met de match en met verliefd zijn op die shotterkes die ze eigenlijk van haar noch pluim kennen. Mooi is dat. Een glundering in de ogen van papa of mama, een twinkel in de ogen van een 8-jarig kind, een traan van het kopstuk van de Bende van Ellende die klaarstaat om de tegenpartij een lesje te leren. Allemaal voelen ze hetzelfde. Ze gaan er enkel anders mee om. En ook dat is mooi. Persoonlijk vind ik dat de sponsormunten naar Unicef moeten gaan, maar he, wie ben ik.

Mijn merguezworstje wacht.